JPEG-instellingen

Stel de compressie van het JPEG-bestand in.

1. Selecteer [JPEG] voor [Bestandstype] in het dialoogvenster voor het verwerken van het venster Selecteeruitvoer.

   Voor Sneltoets scannen - > Instellen van de uitvoer

   Voor Standaard scannen -> De uitvoer instellen

2. Klik op de toets [Detailinstellingen].

   Het dialoogvenster [JPEG-instellingen] wordt weergegeven.

   

   Met behulp van de toetsen ↑ en ↓ of het slepen van de schuifregelaar, kunt u de compressie van het JPEG-bestand instellen van niveau 1 tot 5.

   • Niveau 5 biedt de hoogste compressieverhouding en produceert kleine bestanden, maar ten koste van de beeldkwaliteit.

   • Niveau 1 biedt de laagste compressieverhouding, maar produceert betere beelden.

   De instelling van compressie is ingeschakeld wanneer de kleurstand [Grijstinten] of [24-bit kleur] is.