menu

Instellingsopties

U kunt verschillende scanopties instellen.

[Bewerken na scannen]

Als u dit aanvinkt, kunt u de afbeelding na het scannen bewerken in het voorbeeldscherm. Als u dit uitvinkt, wordt het bewerkingsvenster niet weergegeven in het voorbeeldscherm. -> Bewerken

[Bijkomende scan inschakelen]

Als u dit aanvinkt, verschijnt de toets [Meer pagina’s scannen] in het voorbeeldscherm en kunt u verdergaan met scannen. -> Bewerken

[werkopdracht:] / [Knoptoewijzing:]

Wijs een Sneltoets scannen-paneel toe aan een opdrachtnummer of de startknop van de scanner.

Nadat deze is toegewezen aan het opdrachtnummer of de startknop, worden het opdrachtnummer of het pictogram weergegeven op de Sneltoets scannen-paneel.

[Uitvoervolgorde]

Klik op elke knop om "Uitvoer toevoegen en verwijderen" en "Volgordewijziging" te configureren.

: toevoegen

: Verwijderen

: één positie hoger plaatsen

: één positie lager plaatsen

Klik op (Toevoegen) om [Opslaan naar map] te maken. Wanneer de lijst maar één item bevat, wordt de lijst niet verwijderd, zelfs niet als u drukt op de knop (Verwijderen).

De knop

Hiermee geeft u de Help weer.

Knop [Sluiten]

Sla de instellingen op en sluit het dialoogvenster.

De knop

Verwijdert de knop.


boven